Parochieregisters zijn geschreven in het latijn, en niet iedereen is daarmee bekend.
Dienen daarom de parochieregisters een gesloten boek te blijven voor genealogen
die niet geschoold zijn in latijn? Volgens ons niet: de akten in de parochieregisters
volgen steeds hetzelfde stramien en gebruiken steeds dezelfde woorden, dus met wat
voorbeelden en wat basiskennis zijn deze snel begrijpelijk.
Latijn is een zeer precieze en gestructureerde taal, die een grote vrijheid van
zinsbouw toelaat (een taal voor ingenieurs, als het ware). Een groot verschil met
het nederlands (en andere moderne talen) is dat wij voorzetsels gebruiken (van,
met, aan), terwijl het latijn voor dit doel de woorden gaat verbuigen. In het nederlands
vinden we verbuigingen alleen in ouderwetse structuren (mijn vaders hoed = de hoed
van mijn vader). "Vader" wordt hier in de genitief gezet: het basiswoord
"vader" wordt hier verbogen tot "vaders", met de betekenis "van
mijn vader". Merk ook op dat de zinsbouw wijzigt: "vaders" komt voor
"hoed", terwijl "van mijn vader" achter "hoed" komt. In het latijn krijgt het werkwoord ook de vorm van het onderwerp. We vinden enerzijds "filius natus et baptisatus est" (een zoon is geboren en gedoopt"), en anderzijds "filia nata et baptisata est" (een dochter is geboren en gedoopt). Aan de uitgang van het werkwoord zien we dadelijk of het onderwerp mannelijk of vrouwelijk is, wat alleen maar een voordeel is. Nog even een eigenaardigheid: "i" en "j" zijn zowat inwisselbaar, dus je vindt evengoed "iulius" als "julius" (juli). Ook de "u" en "v" worden nogal eens in plaats van elkaar gebruikt. We zullen ook zien dat pastoors vaak "a" gebruiken in plaats van "ae" (Anna waar het Annae zou moeten zijn). |
Een geboorteakte
Latijn: "septima maji hodie hic nata circa horam quartam matitunam in loco vulgo rossom, baptisata est eodem die Catharina filia legitima Martini Heylen hic nati et Annae Mariae Verellen natae in Itegem, susceptores fuerunt Joannes Baptista Heylen habitans in liechaert et Anna Catharina Bruyndonckx habitans in herenthout divi Petri". Nederlands: "op zeven mei vandaag is hier geboren rond het vierde uur 's morgens in de plaats die genoemd wordt Rossom en gedoopt dezelfde dag Catharina, de wettelijke dochter van Martinus Heylen, hier geboren, en Anna Maria Verellen, geboren te Itegem; de doopheffers waren Joannes Baptista Heylen, wonende te Lichtaart, en Anna Catharina Bruyndonckx, wonende in Herenthout Sint Petrus."
In deze (kromme) nederlandse vertaling hebben we 57 woorden nodig, in het latijn
47. Bekijken we de zaak even in detail: |
Een huwelijksakte
Latijn: "decima septima maji peractis tribus proclamationibus coram me et testibus infrascriptis contraxerunt matrimonium Petrus Franciscus Heylen natus in Herenthaut s. petri et Anna Catharina Van olmen hic nata. testes fuerunt Martinus Van olmen pater sponsae minorennis et Joannes Cornelius Laenen hic habitantes". Nederlands: "op zeventien mei na drie roepen uitgevoerd, samen met mij en de ondertekenende getuigen voltrekken het huwelijk Petrus Franciscus Heylen, geboren te Herenthout Sint Petrus, en Anna Catharina Van olmen, hier geboren. Getuigen waren Martinus Van olmen, vader van de minderjarige bruid, en Joannes Cornelius Laenen, die beiden hier wonen."
We zien veel zaken terug die we reeds in de geboorteakte zagen. In detail:
|
Twee overlijdensakten
Latijn: "vigesima secunda februarii circa quintam matutinam obiit Dympna
filia infans undecim circiter mensium, Joannis Baeten et Anna Catharinae Oeyen,
sepulta est postera die circa octavam matutinam"
Nederlands: "op 22 februari rond vijf uur 's morgens is overleden Dympna, dochter,
peuter van ongeveer elf maanden oud, van Joannes Baeten en Anna Catharina Oeyen.
Ze is begraven de volgende dag rond acht uur 's morgens".
- vigesima secunda: "vigesimus" is de twintigste, "secundus"
is de tweede. Vrouwelijk, dus "us" wordt "a". Samengevoegd dus
de 22e. |
Datums en leeftijden De hoofdtelwoorden zijn: unus (1), duo (2), tres (3), quattuor (4), quinque (5), sex (6), septem (7), octo (8), novem (9), decem (10). Daarna undecim (11), duodecim (12), tredecim (13), quattuordecim (14), quindecim (15), sedecim (16), septendecim (17), duodeviginti of octodecim (18), undeviginti of novemdecim (19), viginti (20). De rangtelwoorden zijn: primus (1e), secundus (2e), tertius (3e), quartus (4e), quintus (5e), sextus (6e), septimus (7e), octavus (8e), nonus (9e), decimus (10e). Daarna undecimus (11e), duodecimus (12e), decimus tertius (13e), decimus quartus (14e), decimus quintus (15e), decimus sextus (16e), decimus septimus (17e), decimus octavus of duodevigesimus (18e), decimus nonus of undevigesimus (19e), vigesimus of vicesimus (20e). Dertigste is trigesimus of tricesimus.
In datums zeggen we "de 31ste (dag) van januari". Dies (dag) is vrouwelijk
als het een welbepaalde dag aanduidt (en mannelijk als het een onbepaalde dag is,
hoe verzinnen ze het!), dus "trigesima prima" in plaats
van "trigesimus primus" (ook al wordt het woord "dies" niet
geschreven), en "januarii" ipv "januarius"
(van januari, dus genitief).
Hiermee kunnen we een datum ontcijferen, maar onze getalkennis is nog onvoldoende
voor leeftijden. Hier gebruiken we de hoofdtelwoorden: viginti
(20), triginta (30), quadraginta (40), quinquaginta
(50), sexaginta (60), septuaginta (70), octoginta
(80), nonaginta (90) en centum (100). Dus "viginti
quinque" is 25, en "septuaginta quattuor" is 74. Maar 25 en 74 wat? |
Familierelaties en leeftijdsgroepen De vader is "pater", de moeder is "mater", en beiden zijn ze "parentes" (de ouders). "Liber" is een kind (liberi zijn kinderen) zonder nadere specificaties. "Proles" is "een kind van", met de nadruk op afstamming, en "soboles" is een afstammeling van (dus ook een kind). "Filius" is een zoon, en "filia" een dochter. Een "filius septimus" is een zevende zoon, en dit werd in de akten vermeld, omdat die geacht werd over bijzondere gaven te beschikken. "Frater" is een broer, "soror" of "sonor" een zus. Zijn ouders gestorven, dan kan er een "vitricus" (stiefvader) of een "noverca" (stiefmoeder) zijn. Of is er een voogd ("tutor", wat ook opvoeder of lesgever betekent). "Avi" zijn de grootouders, met "avus" de grootvader en "avia" de grootmoeder. Nog een generatie terug zetten we er "pro" voor, dus "proavus" is de overgrootvader. Een "nepos" is een kleinzoon, een "neptis" een kleindochter. "Nepi" (mannelijk) en "nepae" (vrouwelijk) zijn de kleinkinderen. Als familie kan men een "socer" (schoonvader) hebben en een "socrus" (schoonmoeder). Een oom is "patruus" (broer van de vader) of "avunculus" (broer van de moeder). Een tante is "amita" (zus van de vader) of "matertera" (zus van de moeder). Een neef langs vaderszijde is "patruelis" (zoon van de patruus of oom) of "filius fratris" (zoon van de broeder), langs moederszijde is hij "consobrinus" of "filius sonoris" (zoon van de zuster). Een nicht is "filia fratris" (dochter van de broer) of "filia sonoris" (dochter van de zuster). Dit zijn de "propinqui" (verwanten). Ongehuwd is men "caelebs", en "conjux" is één van beide getrouwden. Meer specifieker is "maritus" de echtgenoot en "uxor" de echtgenote. Is één van beide gestorven, dan is men "viduus" (weduwenaar) of "vidua" (weduwe). Leeftijdsgroepen: infans (van ongeboren tot ca 7 jaar), puer (tot ca 15 jaar als de baardgroei begint; bij meisjes is het "puella"), adolescens (ongehuwde jongeling tot ca 30 jaar), adultus (volwassene, tot 50 jaar), senior (ouderling, 50 tot 60 jaar) en senex (grijsaard, na 60 jaar). We vinden ook "juvenus" of "juvenus adultus" als jong volwassene. |
Nog over geboorteakten
We geven hier de tekst van nog een geboorteakte: - Tijden in de dag: "Nocturnam" is 's nachts, "matutinam" is 's morgens, "vespertinam" is 's avonds, "meridiem" is op de middag en "post meridiem" is dus na de middag. "Post media noctem" is na het midden van de nacht, dus na middernacht. "Post" wordt dikwijls afgekort tot "po". - s. petri: we zagen hoger dat dit kan zeggen "sancti Petri" (de parochie Sint Petrus in Herenthout). In deze context betekent "Henrici s. Petri" echter Henricus de zoon van Petrus. De "s." is hier de afkorting van "soboles", wat "afstammeling" betekent. - hic nati: hier geboren. "Natus" is geboren. Mannelijk is "nati", vrouwelijk is "nata". Bij "hic natorum" zijn beide hier geboren. - susceperunt: die doopheffers waren. Hetzelfde als "susceperunt fuerent". Dikwijls werden susceptores (de doopheffers) afgekort tot "sus" of "susc". Er waren traditionele regels voor wie peter en meter mochten zijn (verondersteld werden te zijn) voor welk kind. - nomine, loco: indien de echter peter en meter niet aanwezig kon zijn, kon een stand-in optreden. Dit wordt dan vermeld met "nomine" (in naam van) of "loco" of "in loco" (in de plaats van). In dit geval is Catharina Storms de stand-in voor juffrouw (domicella) Joanna Cools, begijn (begina). - signatura: onder de akte volgen de handtekeningen (signatura). Aangezien niet iedereen kon schrijven, werden er kruisjes gezet, met daarnaast voor wie dit kruisje de handtekening was, en dat die niet kunnen schrijven. "Scribere" is schrijven, "non valentis" is "niet in staat tot". - et vocatus est: (mannelijk, vrouwelijk is "et vocata est"). In dit voorbeeld wordt de naam van de boreling (Petrus) vooraan in de akte vermeld. Alternatief kan het zijn dat deze naam niet voorin vermeld wordt, maar dat de akte afsluit met "et vocatus est Petrus" (of "et vocata est Anna"): "en hij wordt Petrus genoemd".
"Trigesima martii circa primam pomeridianam hic in loco vulgo S'gravenhaegh
natus est filius adriani theys nati in poederlee et anna catharina vertommen nata
Herendalii ab obstetrice baptizatus obiit circa quintam vespertinam" - ab obstetrice baptisatus (of "baptisata" voor meisjes): gedoopt door de vroedvrouw (en soms wordt de naam van de vroedvrouw opgegeven). Een nooddoop wordt gedaan indien de kans bestaat dat de boreling snel kan sterven. Vermeld kan worden "in necessitate" (wegens de noodzaak), dus een nooddoop. Alternatief is "baptisatus ab Anna Maria Soeten" (gedoopt door Anna Maria Soeten). - obiit circa quintam vespertinam: is om vijf uur 's avonds gestorven. "Obire" is sterven. Alternatief kan er staan "statim post obiit" (is snel daarna overleden). "Statim" is snel, een korte tijdsduur. "Post" is "daarna" (zie hoger "post meridiem", na de middag) Als er een nooddoop plaatsvindt, zijn daar geen peter en meter bij, en krijgt het kind ook geen naam. Dus wordt (als de boreling blijft leven) de doop daarna nog eens overgedaan met een priester en doopgetuigen. Bij deze tweede doop wordt er gedoopt "sub conditione" (onder voorwaarde). Iemand kan nu eenmaal geen tweemaal gedoopt worden. Vermeld kan worden dat deze doop plaatsvond "cum caeremoniis" (met een plechtigheid) of "in ecclesia" (in de kerk), in tegenstelling tot "in domo parentum" (in het huis van de ouders). "Gemini" (mannelijk) of "geminae" (vrouwelijk) zijn tweelingen. Meestal wordt één akte gemaakt voor tweelingen, waarbij vooraan verklaard wordt dat er tweelingen geboren en gedoopt zijn en datum en ouders genoemd worden. Daarna krijgt ieder kind zijn eigen peter en meter, en zijn eigen naam. |
Nog over huwelijksakten Een huwelijk begint met de ondertrouw (sponsalia), waarbij de partners naar de pastoor gaan (met twee getuigen) en hun voornemen tot trouwen bekendmaken. Hiervan maakt de pastoor een akte (die vroeger ook in het huwelijksregister geschreven werd), en daarna volgen de drie "bannes" of "proclamationes" (afkondigingen vanaf de kansel). Pas nadat deze afkondigingen gedaan zijn (eventueel ook in een andere parochie, indien beide partners uit verschillende parochies komen) kan het huwelijk (matrimonium) voltrokken worden, waarbij de echte huwelijkakte opgemaakt wordt. We geven hieronder een voorbeeld uit 1710 (de huwelijksakte is in oud schrift, de akte van ondertrouw niet).
"Vigesima secunda nouembris contraxerunt sponsalia Petrus Bultiens et Clara
Peeters coram me Laur. Janssens vic. et testibus Adriano Bultiens et Henrico Peeters"
Op 22 november (1710) hebben Petrus Bultiens en Clara Peeters ondertrouw gedaan,
samen met mij Laurentius Janssens vicaris en als getuigen Adrianus Bultiens en Henricus
Peeters.
We hebben hier een huwelijk dat niet volgens de regels loopt. Op 22 november doet
men ondertrouw, en reeds op 30 november wordt er gehuwd. Er dient een minimale tijd
te verlopen tussen de ondertrouw en het huwelijk, gedurende welke tijd de pastoor
de drie bannen kan doen (driemaal het huwelijk vanaf de kansel kan aankondigen),
en waarin anderen tegenkanting tegen dit huwelijk kunnen inbrengen. Dit is hier
niet gebeurd, daarom is er ook ontheffing nodig (cum dispensatione) voor
één afkondiging (in una proclamatione) en voor de
minimale wachttijd (tempore clauso: de gesloten tijd).
Noteren we grammaticaal nog even dat "coram" de ablatief
gebruikt, dus na "coram" vinden we Adriano, Henrico en Joanne in plaats
van Adrianus, Henricus en Joannes. Na "matrimonium" vinden we de genitief
(Petri, Clarae) want het is "het huwelijk van". Bij de ondertrouw zijn
Petrus en Clara het onderwerp, want zij gaan de ondertrouw aan. Dispensatie was meestal nodig voor bloedverwantschap. We vinden dan zoiets als "et praevie obtenta dispensatione in secundo et tertio consanguinitatis gradii", dus "na vooraf bekomen te hebben ontheffing in de tweede en derde graad bloedverwantschap". Tweede graad zijn neven en nichten, derde graad achterneef en achternicht, en zelfs voor de vierde graad werd ontheffing genoteerd. Er waren ook regels voor wie deze ontheffing mocht verlenen. Zo vinden we in een akte "cum dispensatione pontificia de 15 februarii 1791 in secundo consanguinitatis gradii et dispensatione episcopi in tempore clauso", dus met pauselijke (pontifex) vrijstelling voor de bloedverwachtschap in tweede graad, en bisschoppelijke (episcopus) voor de gesloten periode. Andere zaken die we in huwelijksakten vinden is "pater sponsi" en "pater sponsae" (vader van de bruidegom en vader van de bruid), of "tutor sponsi / sponsae" (de voogd van bruidegom of bruid). Of de ouderdom van de bruid: "pater sponsa vigesimum tertium atatis annum attingentis" (vader van de bruid die de leeftijd van 23 jaar bereikt heeft). Feitelijk moet het "sponsae" en "aetatis" zijn, maar pastoors kijken niet zo nauw. Ook wordt wel eens een kind gewettigd: "hodie legitimatun proles baptisata undecima martii 1781" (vandaag wettiging van het kind gedoopt op 11 maart 1781), of zien we de toestemming van de moeder (wat aangeeft dat de vader overleden is): "mater sponsa coram me consensum dedit" (de moeder van de bruid geeft samen met mij haar instemming". Of is het de voogd van een minderjarige bruid die instemt: "praevio consensu tutoris sponsa minorennis" (voorafgaandelijke toestemming van de voogd van de minderjarige bruid). De toestemming kan ook komen van de gemeente zelf, of van de bisschop: "praevia obtenta venia ab illustrissimo domino episcopo" (voorheen verkregen een verklaring van de doorluchtige heer bisschop). |
Nuttige links Een site waarop men een op parochieregisters toegespitst woordenboek kan vinden is de site van Willebroek. Een uitgebreid latijns woordenboek (niet specifiek akten) vindt men op de site van Ton Van der Putte. De site Tradupolis geeft vertalingen nederlans-latijn en nederlands-grieks (en omgekeerd), maar het zal wachten zijn op de update. Er zijn wel veel (vertaalde) teksten te vinden van romeinse en griekse schrijvers. Wil je latijn leren of je kennis van het latijn testen, bezoek dan eens de site van het BimSem (Berthoutinstituut - Klein Seminarie, Mechelen) |